Wandelroutes in beeld
Ga naar de inhoud

Voetstappenpad

Provincie: Noord-Holland
Plaats: Hilversum
Aantal kilometers: ca. 25
Tijdsduur: ca. 5 uur


Een ca. 25 km lange historische wandelroute die al in 1939 rond Hilversum is aangelegd en verschillende natuurgebieden doorkruist.Op de grens van hoog en laag worden heidevelden, bossen, landgoederen en weilanden gepasseerd.

De geschiedenis van het fraaie ‘Voetstappenpad’ dat grotendeels binnen de Hilversumse gemeentegrenzen ligt en toch voornamelijk natuur laat zien, begint in 1938. De Stichting het Gooische Hotelplan vindt dat er meer fiets- en wandelpaden moeten komen om het Gooi aantrekkelijker te maken voor toeristen.
Daarop besluit de gemeente Hilversum tot de aanleg van een wandelpad. Na overleg met de toenmalige rentmeester van het Goois Natuurreservaat, de heer W. Burdet, wordt gekozen voor een ongebaand, bewegwijzerd pad, waarop de wandelaar het gevoel zal hebben "door bosch en heide te zwerven".

Op enkele plaatsen wordt het historische pad doorsneden door later gebouwde wijken en wegen, zoals Kerkelanden en de A27. De hierdoor noodzakelijke wijzigingen doen echter geen afbreuk aan de aard van de totale rondwandeling. Het is nog steeds een tocht waarbij de wandelaar, zeer veel verrassende en boeiende stukjes natuur zal tegenkomen. Het pad staat symbool voor het nog steeds aanwezige natuurschoon in het Gooi.

Bussummerheide
De Bussummerheide is een licht heuvelachtig terrein dat deel uitmaakt van de Gooise stuwwal. In de 15e eeuw is hier een aarden wal opgeworpen. Deze wal, die dwars over de heide loopt, diende om het grondgebied van Laren en Hilversum duidelijk van elkaar te scheiden. Bij illegale grensoverschreiding met de kudde, gold als boete de inbeslagneming van een schaap. De 'banscheiding' is met een opmerkzaam oog nog waar te nemen.Heel vroeger werd de heide in stand gehouden door de vele grazende schapen en het voortdurend afplaggen (afsteken van de bovenste laag).

De boeren gebruikten deze plaggen als deklaag in de schaapskooien. De met uitwerpselen doordrenkte laag werd later als mest uitgereden op de schrale akkertjes. Door de uitvinding van de kunstmest verdween de noodzaak tot schapen houden. De heidevelden werden niet meer begraasd en afgeplagd waardoor ze dreigden te vergrassen en te verbossen. Het Goois Natuurreservaat heeft maatregelen genomen om de heide te behouden.

Het beheer bestaat in hoofdlijnen uit het kappen van ongewenste bomen en struiken en uit het verbeteren van de kwaliteit van de heide door een combinatie van afbranden, maaien en afplaggen. Ook zijn er runderen ingezet om jonge boompjes en grassen weg te vreten. De afrastering zorgt ervoor dat de grazers in het begrazingsgebied blijven en biedt de mogelijkheid dat de dieren op eigen gelegenheid hun voedsel kunnen zoeken.

Doodwegen
De heide telt zeven rechte zandpaden die uitkomen bij het Sint Janskerkhof. Dit zijn 'doodwegen' die vanuit de omliggende dorpen naar het kerkhof lopen.

Westerheide
De Westerheide is zo genoemd omdat hij ten westen van Laren ligt. Deze hei is van grote archeologische betekenis. Naast de veertien grafheuvels bevindt zich hier een urnenveld dat tot de grootste van Europa behoort. In het Goois Museum te Hilversum zijn allerlei vondsten te bezichtigen.

Faunapassage
Onder het viaduct van de snelweg heeft Rijkswaterstaat een diervriendelijke doorgang gemaakt door middel van stobben (boomstronken). Het is een van de weinige plaatsen waar dieren de A27 kunnen passeren. Deze doorgangen (faunapassages) zijn heel belangrijk omdat door de aanleg van wegen, veel planten en dieren van elkaar geïsoleerd zijn geraakt. Daardoor dreigt er inteelt en kans op uitsterven.

Leeuwenpaal
De oude paal met nummer 8 langs de Dr. Albert Schweitzerweg, is een zogenaamde Leeuwenpaal. Deze paal vormde met 21 andere palen vroeger de grens tussen Gooi en Sticht. De eerste (houten) paal werd al in 1356 geplaatst. Aan de ene kant staat de Hollandse leeuw afgebeeld, aan de andere zijde het wapen van de bisschop van Utrecht.

Cronebos
De Zwarte Weg die dwars door het Cronebos loopt, was destijds een tolweg naar de Lage Vuursche. Het tolhuis staat er nu nog. Mevrouw Crone-Black schonk dit 39 ha. grote bos in 1962 aan Natuurmonumenten met de voorwaarde de naam Tolbos te wijzigen in Cronebos, de naam van haar echtgenoot. Het beheer is gericht op natuurlijke verjonging en daarmee zoveel mogelijk variatie aan bomen en hun ondergroei.

Hilversums Wasmeer
Het Hilversums Wasmeer is van oorsprong een heideven dat zijn ontstaan dankt aan een ondoordringbare laag in de bodem, een komvormige oerbank. Op die laag blijft het regenwater staan. Het waterniveau van het ven is dus afhankelijk van de regenval. Het water - in een verder droog gebied – heeft altijd een grote aantrekkingskracht gehad op vogels. Omdat de recreatiedruk te hoog werd en de vogels daardoor zouden verdwijnen, is in 1959 een hek om het Wasmeer geplaatst.

Het meer is gedeeltelijk verland. Om te voorkomen dat het verder dichtgroeit en verlandt zijn Schotse hooglanders ingezet als grote grazers. Ook probeert men het ven en de omliggende bodem voedselarm te houden. Zeldzame planten als zonnedauw en klokjesgentiaan kunnen zich hierdoor goed ontwikkelen. Vanuit de observatiehut hebt u kans een geoorde fuut, een dodaars of een bergeend te zien.

Blokhut
De blokhut, een paar honderd meter voorbij het Wasmeer aan een de rand van een veld, is in 1940 gebouwd als opslagplaats voor houtblokjes waaruit houtgas werd gestookt. Houtgas werd in de oorlog gebruikt als vervanging voor benzine. Nu wordt in de blokhut wat extra voer voor de Schotse hooglanders opgeslagen.

Geneverpad
Al in de Middeleeuwen liep een Geneverpaadje door het uitgestrekte Gooiersbos. Jeneversmokkelaars probeerden via deze route de Utrechtse belasting op sterke drank te ontduiken. Het Gooiersbos strekte zich toen uit van de Lage Vuursche tot aan de Egelshoek bij Hollandsche Rading. In het noorden grensde het aan de Hilversumse heide, in het zuiden aan het veen van het Vechtplassen gebied. Omstreeks 1600 verdween dit oerbos door ongeremde houtkap.

Dassenbos
Het Dassenbos maakt deel uit van het begrazingsproject van het Gooi Natuurreservaat. De kans een paar roodbruine langharige Schotse hooglanders tegen te komen is groter dan de kans een das te zien. Dassen komen namelijk vooral 's nachts uit hun dassenburcht. Langs de bospaden bevinden zich mooie nesthopen van de rode bosmier. Wie geluk heeft kan bij zo'n hoop een groene specht tegenkomen die een maaltje mieren oppeuzelt.

Spoorlijn
Wat opvalt bij het oversteken van de spoorlijn is de diepte. De spoorwegen rond Hilversum zijn ingegraven in de hei. Toen de spoorlijn in 1874 werd aangelegd, moesten de rails zo vlak mogelijk lopen. Daarom werden de hogere gronden afgegraven. Het zand werd weer elders gebruikt. De betonnen bogen zijn uniek in Nederland. Ze zijn in 1941 gemaakt toen er in Nederland schaarste aan staal bestond.

Zwarte Berg
De naam van dit bosgebied is mogelijk afgeleid van de zwarte humusaarde waaruit de bodem hier bestaat. Ook hier bevond zich eens oerbos. Op het hoogste punt (16,2 m) staan wat beuken. Er is een kleine kans reeën te zien.

Tienhovens kanaal
Een diepe, doodlopende geul, waarin wat water is te zien, markeert het mislukken van een ambitieus project. In de vorige eeuw ontwikkelde men het plan om een kanaal dwars door het Gooi te graven: vanaf de Vecht, lopend ten zuiden van Hilversum en oostelijk langs Laren, Blaricum en Huizen, naar de Zuiderzee. Verder dan deze doodlopende geul is het niet gekomen omdat het gegraven gedeelte steeds weer dichtslibde door opwellend water met zand.

Hoorneboegse heide
Op de Hoorneboegse heide kan men wel eens een levendbarende hagedis of een hazelworm aantreffen. De heide en de overgangen naar het bos zijn bijzonder rijk aan vogelsoorten. Vooral in augustus en september kan het de moeite waard zijn met een verrekijker de omgeving af te speuren. In deze periode bloeit de paarse hei die druk bezocht wordt door vlinders, bijen en andere insecten.

Kerkelanden
De oorspronkelijke route is hier in de Kerkelanden verdwenen door de aanleg van deze grote woonwijk in de jaren 60. In de Middeleeuwen is in dit gebied veen afgegraven, waarna het gedeeltelijk als bouwland is gebruikt. In 1481 werd het land door de Gooise gemeenten geschonken aan de kerk te Naarden. Daar kon men de landopbrengst goed gebruiken voor het herstel van de enorme schade, veroorzaakt door brandstichtende 'Stichtsen' uit Utrecht. Uit die tijd dateert de naam Kerkelanden.

Corversbos
Het Corversbos was omstreeks 1700 een heidegebied. De naam is afkomstig van de eigenaar in de eerste helft van de 19e eeuw, Gerrit Corver van Hooft. In die tijd was het voornamelijk akkerland, omgeven door heggen. In de tweede helft van de 19e eeuw richtte men verschillende percelen in voor de bosbouw, vooral voor de productie van eikenhakhout en naaldhout. In 1934 werd het Corversbos door de toenmalige eigenaresse, mevrouw Blaauw-Six, samen met het landgoed Gooilust, nagelaten aan Natuurmonumenten.

De laatste jaren zijn op meerdere plaatsen open plekken gemaakt om bomen die hier van nature thuishoren meer ruimte te geven. Op de akkers verbouwt Natuurmonumenten onder andere winterrogge, zonnebloemen en boekweit. Dit gebeurt zonder bestrijdingsmiddelen, waardoor er veel fraaie akkeronkruiden kunnen groeien.

Spanderswoud
Oorspronkelijk was het Spanderswoud een deel van de grote Gooise heide waar schapen van de Erfgooiers graasden. In 1775 begon men met het ontginnen van de hei. Dit betekende dat op sommige plaatsen zand werd gewonnen, elders werd productiebos aangeplant en weer elders werden kleine akkers aangelegd. Alles ten gerieve van de landeigenaren. Na 1848 ontstonden er ook parkachtige 'achterbossen' met wandelpaden en waterpartijen bij de buitens.

In 1920 verkochten de eigenaars het Spanderswoud aan de gemeente Hilversum. De gemeente-architect, W.M. Dudok, had grootse plannen met het gebied: villa's en een tramlijn zouden het bos gaan verfraaien. Tegenstanders van de bebouwing, zoals de toenmalige voorzitter van Natuurmonumenten Dr.J.Th. Oudemans, kregen een felle reactie van Dudok: "Ik acht het streven rondom een zich ontwikkelende gemeente, aanzienlijke terreinen onbebouwd te laten en het natuurschoon te behouden even ongezond als te trachten een mensch in zijn ontwikkeling te belemmeren, omdat hij somtijds als kind zoo byzonder aantrekkelijke eigenschappen bezit".

Gelukkig besloot de gemeente Hilversum in 1927 dat het hele Spanderswoud recreatiebos moest blijven. Vanaf 1981 is het beheer gericht op het vormen van een zo natuurlijk mogelijk bos. In 1991 is het Spanderswoud overgedragen aan de Stichting Goois Natuurreservaat.



Vertrekpunten:
Aangezien het een rondwandeling is, kun je het Voetstappenpad op diverse punten beginnen.
Met openbaar vervoer kun je naar station Hilversum of Hollandsche Rading, van waaruit je het Voetstappenpad kunt bereiken.
Opties voor andere opstappunten met parkeergelegenheid zijn:
- Dagcamping Hilversum-Laren, Hilversumseweg in Hilversum
- Winkelcentrum Kerkelanden, Kapittelweg in Hilversum
- Groot Kievitsdal, Hilversumsestraatweg 19 in Baarn

Wij hebben ervaren dat als je het voetstappenpad met de klok mee loopt, dan is de route middels de betonnen paaltjes beter te volgen dan wanneer je tegen de klok in loopt.

Terug naar de inhoud